In de Vastentijd wordt er voor de viering van elke zondag verder gebouwd aan deze bloemschikking.
1e zondag 9 maart
De schikking bestaat uit een weg met stenen.
Dit verbeeldt onze levensweg.
Daarop ligt prikkeldraad, als verbeelding van periodes van beproeving, bezinning en worsteling.
Door het prikkeldraad groeit een bol
- als teken van hoop -
door volhouden en doorzetten.
2e zondag 16 maart
De oester met de parel verwijst naar de ontmoeting op de berg van Jezus, Mozes en Elia.
Een bijzonder waardevolle ervaring, die de leerlingen meenemen als ze de berg afdalen
naar het leven van alle dag.
3e zondag 23 maart
Het leven van de Samaritaanse vrouw wordt gesymboliseerd door de stenen.
Jezus doorbreekt alle conventies en hindernissen, zodat er een weg is naar het levende water.
Misverstanden en vooroordelen worden uit de weg geruimd en dat wordt gesymboliseerd door de witte lelie.
4e zondag 30 maart
Roze doek, zondag "Laetare".
De kaars staat voor het licht. De klimop voor trouw, ze klimt steeds naar het licht.
Dit beeld straalt afhankelijkheid uit. Het is uit een steen gemaakt, dus onlosmakelijk met elkaar verbonden.
5e zondag 6 april
Stenen verwijzen naar het graf van Lazarus.
De bloembol lijkt dood aan de buitenkant, maar binnenin is nieuw leven.
En zo verwijst de bol naar de grens van leven en dood.